Het succes van de boerenkoolteelt hangt in de eerste plaats af van een snelle ontwikkeling van de jeugd

Het succes van de boerenkoolteelt hangt in de eerste plaats af van een snelle ontwikkeling van de jeugd.

Als tussengewas vindt boerenkool meestal ongunstige bodemvochtcondities. Om deze reden moet, zelfs vóór het planten, de waterbalans van de grond grondig worden bewaterd in de hoeveelheid van 20 naar 30 l/m2 bij te vullen. Verder water geven in de tweede helft van augustus en begin september van elk jaar 20 naar 25 l/m2 zijn aan te raden. Na elke gietbeurt of. na hevige regenval moet de grond grondig worden losgemaakt, om groeistagnatie door korstvorming te voorkomen.

Boerenkool krijgt alleen de juiste smaak, bij blootstelling aan strenge vorst. Afhankelijk van het weer kan de oogst tot februari duren. Je snijdt gewoon het plukje bladeren af ​​en laat de stengels achter. Ze ontkiemen weer in het vroege voorjaar en produceren dan weer een smakelijke groente.