De oude Egyptenaren schreven hun cijfers op papyrus (een speciaal papier van riet), schilderde ze op aarden potten of kerfde ze in de muren van hun tempels en piramides.
De Babyloniërs hadden geleerd van de Sumeriërs, hoe cijfers en tekens voor dingen op zachte kleitabletten te schrijven met een rietpen. De Chinezen schreven hun nummers op doek met inkt en een bamboeborstel of ganzenveer. Zonder enig contact met de rest van de wereld ontwikkelden de Maya's in Midden-Amerika een van de interessantste getalsystemen van de begindagen. Ze gebruikten slechts drie symbolen voor hun cijfers: een punt •, een rechte lijn__ en een ovale ο.