De selderij ontwikkelt geen knollen. Van hem de gebleekte, malse bladstengels gebruikt als groente.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen rassen met witte tot geelachtige bladstelen en lichtgroen blad, die er van nature al "gebleekt" uitzien, en variëteiten met donkergroen, gedeeltelijk roodachtige of violet gestreepte bladstelen. De laatste rijpen meestal later, brengen hogere opbrengsten en moeten worden gebleekt, terwijl dit bij de zogenaamde "zelfblekende" varianten niet nodig is. De gezondheidswaarde is vergelijkbaar met die van knolselderij. Blauwe bleekselderij kan heel goed gebruikt worden voor de productie van pittige rauwkostsalades. Je kunt het ook stomen en klaarmaken als knolselderij. Het is in ieder geval erg smakelijk.