Woningfinanciering bestaat traditioneel uit de componenten eigen vermogen, Eigen bijdrage en externe financiering. Terwijl de eerste twee componenten relatief snel kunnen worden bepaald door de grenzen van persoonlijke prestaties, er is de voorheen klassieke, Reeds berekende woningfinanciering tot de laatste euro werd afgelost in bijna talloze varianten. Onderwijs heeft hier zin.
De langlopende hypothecaire lening met zijn drie varianten maakt deel uit van de klassieke bouwfinanciering: Annuitätendarlehen, Lening op afbetaling en aflossingsvrije vaste lening met aflossing in één bedrag aan het einde van de looptijd. De verschillen zijn gemakkelijk te herkennen: Bij een annuïtaire lening blijft het te betalen maandbedrag gedurende de looptijd gelijk, Door de dalende rente verandert de samenstelling van rente en aflossing echter continu ten gunste van aflossing.
Bij een lening op afbetaling blijft het aflossingsdeel gedurende de looptijd gelijk, hier daalt het bedrag van de totale termijn door de dalende rentelast door aflossing. Een vaste lening betekent:, dat naast de constante rente een apart bedrag in een vermogenscreatieconcept (Levensverzekering, Effectenfondsen) moet worden betaald, die wordt gebruikt om de lening op een bepaalde datum terug te betalen. Deze drie leningvarianten zijn beschikbaar met een grote variatie aan vaste rentetarieven tot vijftien en twintig jaar.
De financieringsmodellen van onze ouders en grootouders zijn inmiddels uitgebreid met swaps, Petten, Vooruit-Darlehen, Valutaleningen en/of een mix van al het bovenstaande. Sommige dingen klinken ingewikkelder dan het is: Uiteindelijk is een swap niets meer dan de goede oude lange vaste rente, alleen dat de onderliggende transactie afkomstig is van de rentehedge (Ruilen) is gescheiden. De dop is innovatiever: Achter deze naam gaat een renteafdekkingsinstrument schuil met het voordeel:, dat de kredietnemer profiteert van de fluctuerende rente voor kortlopende leningen en daarmee het renterisico beperkt limit (pet) kan. Een termijnlening omvat een toekomstige renteafdekking. Natuurlijk hebben al deze instrumenten, net als de klassieke vaste rente, hun prijs.
Valutaleningen zijn altijd up-to-date, wanneer leningen in het buitenland goedkoper zijn dan thuis. Door in vreemde valuta te lenen, kan de lener profiteren van goedkopere buitenlandse rentetarieven tegen de prijs van een valutarisico: De lening wordt duurder, wanneer de binnenlandse valuta verzwakt. Dit risico kan worden tegengegaan door de valuta afzonderlijk af te dekken. Tegelijkertijd wordt een renteafdekking ook aanbevolen voor valutaleningen. Beide hedges samen doen echter grotendeels het voordeel van valutakrediet teniet; zonder beveiliging blijft het speculatief.
De leningen van financieringsprogramma's, vooral van KfW, zijn logischer. Deze kunnen echter altijd maar één onderdeel van de financiering zijn.
De bouwfinanciering wordt gedekt door een grondbelasting op het te financieren onroerend goed.