Voor de rekenkundige uitdrukking 4 · 4 · 4 · 4 = 256 een kortere notatie werd gevonden in de algebra, namelijk 44 = 256. Evenzo schrijft men voor 3 · 3 · 3 · 3 = 81, 34 = 81, of in plaats daarvan 2 · 2 · 2 men schrijft 23.
23 wordt uitgesproken als "twee tot de derde macht".. Zo'n rekenkundige structuur heet een macht. Het nummer 2 is in dit geval het grondtal of het grondtal, het nummer 3 wordt exponent of exponent genoemd.
√8 betekent de "derde wortel" van 8, Dat betekent, men zoekt het nummer, drie keer met zichzelf vermenigvuldigd 8 resultaten. Dat is duidelijk het nummer 2, dan 2 · 2 · 2 = 8. Ebenso ergibt 4√256 (de vierde wortel 256) = 4, dan 4 · 4 · 4 · 4 = 256.
Laat de "wortelexponent" links boven het wortelteken weg, dat is wat de vierkantswortel betekent, Dat betekent, de tweede wortel. Dus √9 = 3 en √4 = 2 of √81 = 9, weil 3 · 3 = 9, 2 · 2 = 4 en 9 · 9 = 81 opbrengsten.·