Stoffen worden sporenelementen genoemd, waarvan slechts de kleinste hoeveelheden nodig zijn voor plantengroei en die niet in de bodem mogen ontbreken

Stoffen worden sporenelementen genoemd, waarvan slechts de kleinste hoeveelheden nodig zijn voor plantengroei en die niet in de bodem mogen ontbreken.

Naast de belangrijkste- of kernvoedingsstoffen, de groenteplanten hebben een hele reeks andere voedingsstoffen nodig, z.B. Bor, Brom, Chloor, Eisen, Jodium, koper, Mangan, Magnesium, molybdeen, Natrium, zwavel en zink. Ze zijn nodig in zulke kleine hoeveelheden, dat ze meestal worden genegeerd bij het bemesten. Ze zijn meestal in voldoende hoeveelheden aanwezig in elke verweerde bodem. Omdat de verschillende soorten groenten echter in verschillende mate op het ene of het andere element putten,, Er zijn complete meststoffen ontwikkeld, die hiermee rekening houden en de belangrijkste sporenelementen bevatten. Magnesium heeft een bijzondere positie tussen de sporenelementen, aangezien bijna alle soorten groenten in meer of mindere mate mg nodig hebben. Magnesium is betrokken bij de structuur van bladgroen en heeft een grote invloed op de stofproductie. Men moet daarom kalium bevattende magnesium- en geef de voorkeur aan kalkmest.