De stikstofbemesting is afhankelijk van de behoefte van de individuele groentesoorten

De stikstofbemesting is afhankelijk van de behoefte van de individuele groentesoorten.

Als de behoefte groter is, geef dan de stikstof niet in één keer, maar in verschillende geschenken, d.h. als startbemesting en tijdens de vegetatie als topbemesting. In de regel worden alle soorten groenten kort voor of na het zaaien gegeven of. Een startbemesting planten in de hoeveelheid van 5 g N/m². Grotere hoeveelheden zijn nutteloos en kunnen niet door de planten worden gebruikt. De resterende hoeveelheid wordt toegediend als topdressing in verschillende individuele doses, waar ook hier de individuele donatie niet over gaat 5 g N/m². De meststof wordt droog tussen of rond de planten uitgestrooid en ingekort. Het is goedkoop, water geven na het bemesten, waarbij de mest gedeeltelijk wordt opgelost en sneller naar het wortelgebied van de planten wordt gebracht. Voor wie de inspanning niet te hoog lijkt, wie moet de topdressing nog verder verdelen en gebruiken als 0,2 tot 0,3% voedingsoplossing toedienen. Wees voorzichtig bij het water geven, dat de planten zo min mogelijk nat worden, om bladschade te voorkomen. Voor de zekerheid worden ze daarna met helder water overgoten. Voor mestsoorten met een hoog N-gehalte, met. B. Harnstoff, de hoeveelheid moet heel precies gedoseerd worden, om groeistoornissen te voorkomen. Over het algemeen moet je eraan wennen, Meet de hoeveelheid kunstmest volgens het te leveren gebied, waarbij rekening moet worden gehouden met het verschillende soortelijk gewicht van de meststoffen.