Middelgroot, gezonde aardappelknollen van uitgesproken vroege rassen zijn het beste om te leggen.
De kieming en wortelvorming na het leggen van de aardappelen gaat ten koste van de reservestoffen die in de knollen zijn opgeslagen. Kleine knollen hebben te weinig reserves, om een sterke shoot te krijgen, wat de voorwaarde is voor vroege oogsten. Op twee 6 m lange normale bedden zijn minimaal nodig 80 De aardappelknol (zogenaamde pootaardappelen). Voor vrij grote heb je veel ruimte nodig voor voorkieming. Daarom worden de middelgrote knollen gebruikt voor de vroege teelt, die voldoende reserves hebben.