Naast de compatibiliteit van de afzonderlijke groentesoorten met elkaar, spelen ook de verschillende eisen aan de humusvoorziening een beslissende rol bij het opzetten van een vruchtwisseling

Naast de compatibiliteit van de afzonderlijke groentesoorten met elkaar, spelen ook de verschillende eisen aan de humusvoorziening een beslissende rol bij het opzetten van een vruchtwisseling.

Hoewel de meeste soorten groenten min of meer hoge eisen stellen aan de humusvoorziening, ze reageren heel anders op verse organische bemesting. Dan kun je de groenten in twee groepen verdelen. De eerste groep omvat alle soorten, die verse organische mest nodig hebben of deze goed gebruiken. Dit is inclusief bloemkool, Broccoli, kopkool, spruitjes, prei, Zadelmakerij, Komkommer, pompoen, Meloenen, Mangold, rabarber, Asperges en suikermaïs. De tweede groep omvat alle andere soorten, hebben niet per se de verse organische mest nodig, soms zelfs gevoelig voor. Dienovereenkomstig is het groenteland handig verdeeld in twee helften. Men krijgt een sterke humus cadeau, de andere is gekalkt. Het met verse humus aangevoerde areaal wordt in 1e teelt genoemd, het andere gezicht is binnen 2. Onder bodemreactie wordt in het algemeen zuur verstaan.

Worden de aardbeien meegenomen in de groenteteeltrotatie?, wat zeker een aanrader is, dan is er een tripartiete verdeling van het groenteland.