Voordat de machine een probleem kan oplossen:, de "programmeur" moet haar de informatie of "gegevens" en nauwkeurige instructies geven, hoe de informatie methodisch moet worden verwerkt. De "invoer" wordt gedaan door ponskaarten, geperforeerd papier[grazen of door magneetband of papier met gemagnetiseerde opdruk. De gegevens worden door elektrische impulsen in het geheugen ingevoerd, het "snelgeheugen" van de computer., overdracht. Het geheugen geeft de taken aan een rekeneenheid en neemt van daaruit weer tussenresultaten. (Alle informatie wordt opgeslagen, totdat ze niet meer nodig zijn, gelijk aan een band, die een onbeperkt aantal keren kan worden beluisterd, zolang je het geluid niet uitzet.) Nadat de rekeneenheid alle delen van de taak heeft opgelost, er is het antwoord in computertaal op het uitgevende werk. Afhankelijk van de aard van de taak kan het antwoord een numeriek resultaat of een rapport zijn, die van een speciaal apparaat, de snelle printer, vertaald in begrijpelijke taal; maar het antwoord mag er ook zijn, dat er maar één lamp gaat branden als gevolg van een moeilijke beslissing, wat zegt: En, aan alle voorwaarden is voldaan!
Het "snelgeheugen" van de computer.; een bord (of een lint), waar alle informatie wordt opgeslagen.
Elektrische voeding