De dimensionering van fosfor- en kalibemesting is afhankelijk van de toevoer van de grond en ook van de behoefte van de afzonderlijke groentesoorten.
De mate van aanbod kan worden ontleend aan de informatie uit de bodemanalyse. Geen resultaten van bodemonderzoek beschikbaar, dan geven de hoeveelheden mest die in de afgelopen jaren zijn gegeven een indicatie van de mate van aanbod. Bij juiste bemesting kan uitgegaan worden van een gemiddelde aanvoer. Fosfor en kali worden in de herfst of lente tot in de grond uitgestrooid. Echter niet meer dan 20 gK/m². Als de behoefte hoger is, dan geef je de rest samen met de stikstof-topdressing. Bij het kiezen van kalimeststoffen moet worden gekozen voor chloorarme of -vrije meststoffen, omdat veel soorten groenten gevoelig zijn voor chloride.