Huiskomkommers worden in principe alleen als losse scheuten gekweekt

Huiskomkommers worden in principe alleen als losse scheuten gekweekt.

Dit vereist de constructie van een eenvoudig raamwerk. Aan het einde van elke rij komkommers wordt een sterke paal in de grond ingebed en stevig vastgemaakt. De lengte is afhankelijk van de hoogte van de kas. Tussen het uiteinde van de paal en het dak moet ca 15 cm overblijven. Een draad wordt zo strak mogelijk over de uiteinden van de paal gespannen en aan beide zijden goed in de grond verankerd. Een touwtje wordt dan losjes vastgemaakt aan de wortelhals van de plant, over de spandraad getrokken en het uiteinde van het snoer bevestigd aan het snoer minstens 70 cm eronder, dat het bevestigingspunt beweegbaar blijft. Bij toenemende lengtegroei wordt de hoofdscheut in een spiraal om het koord gewikkeld. Dit spant de lijn en moet kunnen worden verlengd. Met behulp van het 70 cm lange reservestuk kunnen de koorden tijdig worden "ontspannen", zodat de plantenwortels niet uit de grond worden getrokken.