KAMERPLANTEN TOEN EN NU

De mens streeft ernaar sinds de oudheid, verfraai zijn verblijfplaats met levende planten. Een bijzonder nauwe relatie met kamerplanten ontwikkelde zich in gebieden met een uitgesproken verandering in de seizoenen. Hier werd ook in de winter genoten van het plezier van groeien en bloeien, wanneer het oog in bos en veld tevergeefs zoekt naar vers groen … Lees verder “KAMERPLANTEN TOEN EN NU”

De mens streeft ernaar sinds de oudheid, verfraai zijn verblijfplaats met levende planten. Een bijzonder nauwe relatie met kamerplanten ontwikkelde zich in gebieden met een uitgesproken verandering in de seizoenen. Hier werd ook in de winter genoten van het plezier van groeien en bloeien, wanneer het oog tevergeefs zoekt naar frisgroen en felle kleuren van bloemen in de bossen en velden, aan het met tegenzin ontbrekende vanzelfsprekendheid. Zowel in woonvertrekken als in tehuizen voor zieken en bejaarden, in kantoren, winkels en werkplaatsen, scholen, In vergaderruimten en restaurants willen we er een die goed is aangepast aan het doel van de ruimte, blijvende bloemen- en mis groen niet. De levende plant geeft ons vreugde, schoonheid, recreatie, aanmoediging en instructie! De plantencultuur in de kamer is zeker geen recente prestatie. Het heeft ook een geschiedenis bij ons die teruggaat tot de vroege middeleeuwen. De eerste planten die voor verzorging in de kamer werden opgenomen, zijn mogelijk als geneeskrachtige planten gehouden. Die mysterieuze krachten werden ook toegeschreven aan enkele van deze vroegste kamerplanten, is niet verwonderlijk gezien de bijgelovige ideeën van de Middeleeuwen.

In de Middeleeuwen was de tuinrozemarijn, afkomstig uit de kustlanden van de Middellandse Zee, de eerste potplant die werd gekweekt (Rosmarinus officinalis L.), die slechts in een paar gebieden de winter buiten overleeft, bewaakt bij het kamerraam en verzorgd met speciale liefde. een geloofde, dat al zijn "aanwezigheid tegen verschillende ziekten en gebreken", Pestilence en hekserij" was effectief. De groenblijvende dwergstruik speelde ook een belangrijke rol bij de douane, en de bruid versierde zichzelf met een krans van de kruidig ​​geurende rozemarijnblaadjes, voordat de mirte voor ons inheems werd.

Maar in de Middeleeuwen was rozemarijn niet meer de enige kamerplant. Als je binnen bent 15. eeuw’ de tuinanjer (Diänthus caryophyllus L.) vanuit Zuid-Europa naar Duitsland gebracht, binnenkort was de "Nägeleinstock" in elk huis op de vensterbank te vinden.