DE REPRODUCTIE
Een groot deel van onze populaire kamerplanten, weet zo. B. cyclamen, cinerarien, Pantoffelblumen, sleutelbloemen enz., worden grootgebracht door kiembare zaden te zaaien. Het zaaien wordt generatief genoemd (seksueel) voortplanting.
Daarnaast speelt het vegetatieve aspect ook een rol bij de opkweek van kamerplanten (aseksueel) proliferatie speelt een belangrijke rol. Deze procedure wordt over het algemeen gebruikt voor alle soorten, waarvan zaden moeilijk of niet te verkrijgen zijn of waarvan de ontwikkeling van zaai tot bloeiende potbloemen of decoratieve bladplanten lang duurt. Verder worden alle variëteiten of variëteiten vegetatief vermeerderd, die komen niet echt terug uit zaden, d. h., in het geval van generatieve voortplanting, de ouders in hun gewenste
eigenschappen zouden niet hetzelfde zijn. In bloeiende planten, die het vermogen hebben verloren, levensvatbare zaden produceren, zoals dit bijv. B. is het geval bij een aantal van de dubbelbloemige soorten, we zijn volledig afhankelijk van vegetatieve vermeerdering. Maar veel cultivars zouden kunnen, die in het verleden ongeslachtelijk moesten worden gereproduceerd, omdat ze niet uniform zijn, produceerde nageslacht vergelijkbaar met de moederplanten, kan worden verbeterd door te fokken op zaadauthenticiteit. Dit is bijv. B. in hybriden van de gekleurde brandnetel (Coleus blümei Benth.) en de naamvariëteiten van de Kalanchoë (Kalanchoë blossfeldiana v. Poëlln.) of het Afrikaanse viooltje (Saintpäfilia ionantha Wendl.) de zaak.
zijn beide (vegetatief en generatief) mogelijkheden voor reproductie, dan kies je de vermeerderingsmethode, waarmee een specifiek cultureel doel sneller en betrouwbaarder kan worden bereikt. In kinderdagverblijven bepalen vaak zakelijke overwegingen de beslissing om voor de ene of de andere methode te kiezen. Over het algemeen kan alleen vegetatieve vermeerdering worden overwogen voor het kweken van planten binnenshuis. Je kunt dus ondergrondse planten gebruiken, vertakkende kofferbakdelen – zoals haar bijv. B. Bogenhanf (SanseVieria), Schildblume (Veel plezier) en vele andere mooie lakens- en bloeiende planten - vermeerderen door deling bij het verpotten. Een aantal van onze kamerplanten vormen zogenaamde Kindel (met. B. de zijscheuten van cactussen en zijrozetten van bromelia's), dochter uien (met. B. ridder ster) of kweekplanten (met. B. Brutblatt) en luchtlopers (met. B. zwaard varen), de – gescheiden van de moederplant – snel naar nieuwe, onafhankelijke planten kweken.
In de tuinbouw wordt vegetatieve vermeerdering meestal gedaan door stekken (vaak ten onrechte uitlopers genoemd) uitgevoerd. Deze zijn specifiek, gescheiden delen, de, geplant in vochtig substraat, wortels vormen. Afhankelijk van het deel van de plant dat wordt gebruikt, maken we onderscheid tussen topstekken bij het opkweken van stekken, stengelstekken, Bladstekken en oogstekken. Hoofdstekken zijn schiettips, welke tenminste? 2 bladeren getrainde bladeren. Er worden stengelstekken gewonnen, door de stammen (sport) worden opgesplitst in stukjes vingerlengte, waar elk stuk alleen 1 blad moet hebben. Bladstekken zijn volwassen bladeren, die zijn gesneden en vastgemaakt met een stuk stok. Oogstekken bestaan immers uit een goed ontwikkelde, slapend oog (een blad okselknop die niet is verschenen), die je uitsnijdt met een stuk schors en in de ondergrond plakt. Door bladstekken z. B. Usambaraveilchen, Blattbegonia, Booghennep en veel vetplanten vermeerderd, waar bij hennep met enkele boog- en begoniasoorten kunnen zelfs alleen delen van een blad worden gebruikt.
Deze laatste vormen van vermeerdering zijn echter binnenshuis niet mogelijk en bij een aantal planten zou vermeerdering via kop en stengel ook buiten de kas moeten leiden tot problemen. Meer gedetailleerde informatie over de mogelijke vermeerderingsmethoden en hun gebruik in de kamer vindt u onder het kopje "Teelt" voor de beschreven plantensoorten.