De tuintypes – deel 2

De Kolonistentuin (800 naar 1 250 m2) was vanaf het begin een echte moestuin. Naast de teelt van groenten en fruit werden er vooral kleine dieren gehouden.

De eigen tuin (600 naar 850 m2) wordt gebruikt als een verlengde woonruimte. De familie eet daar in de zomer hun maaltijden, er zijn speeltuinen voor de kinderen, mogelijkheden voor lichamelijke activiteit. Maar het spreekt voor zich dat hier ook groenten en fruit worden verbouwd!

De tuinen bij het rijtjeshuis (250 naar 350 m2) zijn relatief langwerpig in smalle gebouwen. Veelgebruikte voorziening is het terras bij het huis. de illustratie 2.1.-3 toont mogelijkheden voor individueel ontwerp.

Maar het is aan te raden, dat buren het eens zijn over een gemeenschappelijk gebruik van de achterste delen van de tuin, bv op een boomgaard.

Tuinhuisjes zijn een bijzondere vorm van rijtjeshuizen (200 naar 250 m2), die bijzonder geschikt zijn voor stedelijke woonwijken. De omheinde binnentuin is toegankelijk vanuit de woonkamers en kan met weinig moeite worden omgevormd tot een “groene kamer”” worden uitgebreid.

In het geval van woongebouwen met meerdere verdiepingen zijn er niet alleen kleine tuinen voor intensief gebruik. Woonterrassen zijn een bijzondere vorm van het ontwerpen van open ruimtes in de buurt van appartementen (25 naar 100 m2). Aan de ene kant bieden ze een goede mogelijkheid voor individueel tuingebruik en aan de andere kant verrijken ze het groen met nieuwe tuinmotieven. ervaringen bevestigen, dat dergelijke gebieden bijzonder goed worden verzorgd door de eigenaren.

De binnenplaatsen tussen de woongebouwen kunnen ook worden opgedeeld in kleine tuinen, de zogenaamde huurderstuinen. Tegenover de woonterrassen bevinden zich de ruimtes met 100 naar 150 m2 iets groter en kan worden gebruikt voor het kweken van bushfruit, Er worden groenten en bloemen gebruikt. Er zijn binnenplaatsen in veel oude nieuwbouwgebieden, waarvan sommige bijna volledig zijn gevuld met tuinen van huurders. Dergelijke systemen zijn tegenwoordig niet meer mogelijk; omdat de open ruimte tussen de woongebouwen voldoende ruimte moet bieden, zeker voor kinderspeelplaatsen.

Sinds het begin van de jaren 60 is er meer behoefte aan ontspanning op het eigen terrein in het weekend en tijdens vakanties. Het wordt begunstigd door de toename van vrije tijd, de stijging van het reële inkomen, mede door de groei van de motorisering en de uitbreiding van het plaatselijk recreatieverkeer.

Er zijn steeds meer weekendregelingen ontstaan, gecombineerde groepen weekendhuizen, over 30 naar 50 km van het appartement.

De vorige constructie van weekendnederzettingen heeft ons laten zien, dat de stadsuitbreiding van recreatieve landschappen moet worden tegengegaan. Nieuwe weekendnederzettingen moeten zo dicht mogelijk bij bestaande locaties worden gebouwd; ze zijn ingesteld, waar volkstuinieren niet mogelijk is. De weekendkolonisten behoren slechts gedeeltelijk tot de Vereniging van Volkstuinders, kolonisten en fokkers van kleine dieren. Ze gebruiken het vloeroppervlak voor individuele vrijetijdsactiviteiten en ontspanning. Tuinieren wordt gecombineerd met baden, vissen, Watersport en wandelen of andere recreatieve sporten.