Naarmate het aantal zijden groeit en oneindig nadert, de regelmatige veelhoek krijgt een nieuwe vorm. Het wordt een cirkel. Een cirkel is een gebogen lijn, waarbij elk punt op dezelfde afstand van het middelpunt ligt. De cirkellijn of omtrek is de buitengrens.
De straal is een rechte lijn van het centrum naar de omtrek.
De diameter is een rechte lijn door het middelpunt van de cirkel.
Een raaklijn is een rechte lijn buiten de cirkel, door slechts één punt van de cirkellijn aan te raken.