Aangezien kelderruimten meestal tot de slechtst geventileerde kamers behoren, condensatie op de muren is bijna onvermijdelijk. Deze condensatie kan op lange termijn aanzienlijke schade aan het bouwweefsel veroorzaken. Het moet daarom het doel van revalidatie zijn, om het condenswater op te nemen op een zo poreus mogelijk muuroppervlak. Voor dit doel zijn er zogenaamde Sanier- of isoplast, die je meestal in twee lagen op de bedreigde muren aanbrengt. Belangrijk: De muur moet worden afgedicht tegen drukkend water, volgende verflagen of wandbekleding moeten dampdiffusie-open zijn.
1 Gebruik een egalisatiespaan om de gemengde isolatiepleister aan te brengen op de muur die is gegrond en/of voorzien van een afdichtingsmortel.. In de eerste stap een gipsdikte van ca 12 naar 15 mm uit.
2 Gebruik vervolgens een staf of waterpas om het pleisterwerk tot een gelijkmatige dikte te egaliseren. Gebruik in geen geval de pleister, zoals gewoonlijk, zacht, omdat je de resulterende poriën weer zou sluiten. Nadat het gipsoppervlak is aangekleed, moet u het iets opruwen met een viltplank en ongeveer acht uur laten drogen. Dan komt de tweede laag. De totale dikte van de pleister moet minimaal . zijn 25 mm.
3 De poreuze structuur van de isoplaster heeft twee gewenste effecten: Ten eerste onderbreken de grote poriën de capillaire werking en daarmee het opstijgen van vocht. Ten tweede raakt de condensatie in de kelderruimte het muuroppervlak niet, maar bezinkt in plaats daarvan in het gips en komt weer vrij wanneer de kamerlucht droog is. Het muuroppervlak blijft droog.