De natuurlijke watervoorziening is in de meest zeldzame gevallen voldoende, om aan de behoeften van onze groentegewassen te voldoen, zodat extra water nodig is.
Het speciale gedeelte geeft informatie over de verschillende eisen van de groentesoorten op de watervoorziening. Bij het besproeien moeten echter enkele algemeen geldende principes in acht worden genomen, toepasbaar op alle soorten. Je kunt het steeds opnieuw bekijken, die veel te vaak water gaf in de volkstuinen, maar er wordt slechts een kleine hoeveelheid water per m² toegepast. Afgezien van extreem droog weer tijdens de ontwikkeling van de jeugd, is extra water nodig, wanneer de planten de beslissende groeifase ingaan en het blad groeit, wortel- of produceren knolmassa of. vruchtvorming begint. Gedurende deze tijd moet de individuele bewatering: 20 maximaal 25 mm . zijn, overeenkomend 2 Kannen Wasser je m². Dit verrijkt de watervoorziening in de bovenste bodemlaag, dat het volgende cadeau, zelfs als het warm is, droog weer, alleen na 5 naar 6 dagen is nodig. De timing van de watergift is ook afhankelijk van de grondsoort. Lichte grond moet met kortere tussenpozen worden bewaterd dan zware grond.
Wordt bewaterd met de sproeier in plaats van met het blikje, dan moet rekening worden gehouden met de regendiepte van de gebruikte sprinklertypes. Men vertrekt over een Gela-regenpaddenstoel 1 aanloop tot 1½ uur, om de vereiste hoeveelheid regen te leveren, een roterende straalsproeier daarentegen vereist minimaal 3 uur.