Campanula isophjlla Moretti
familie: bluebell familie – Campanuläceae
Naam: Nach campänula lat. = kleine bel, klok (Botanische en Duitse geslachtsnaam verwijzen naar de klokvorm van de bloemen); isophjllus, -a, -um latijn. = gelijkzijdige (in tegenstelling tot andere soorten, om welke reden?- en stengelbladeren zijn niet even groot).
oorsprong: Noord-Italiaanse kuststrook van het Middellandse Zeegebied (Ligurië) met een mild klimaat. In zijn natuurlijke habitat op steile hellingen met lange scheuten die op de grond liggen.
hoogtijdagen: juli tot september.
teelt: Meestal van topstekken in het voorjaar; ook door oudere planten te verdelen met talrijke krachtkoppen.
zorgclaims: Heller, koele en luchtige locatie, beschermd tegen de volle zon tijdens de middag. tijdens de groei- en bloeiperiode is voldoende bodemvocht vereist; het kan dan herhaaldelijk worden bewaterd met een zwakke voedingsoplossing. Men moet helder overwinteren, redelijk droog en koel (om ongeveer 10 naar 12 °C), omdat de planten rust nodig hebben. Als de stand te warm is, zullen ze voortijdig ontkiemen en daardoor worden verzwakt. De kofferbakdelen van het voorgaande jaar moeten indien mogelijk in de winter worden bewaard, omdat de planten dan bijzonder rijk bloeien op langere scheuten. Als de standplaats te vochtig en te donker is, zullen de planten in deze periode gemakkelijk ontkiemen en onooglijk of onbruikbaar worden door rot. een verpot, met alleen oudere exemplaren allemaal 2 naar 3 jaar is vereist, kan in het voorjaar worden uitgevoerd bij het begin van de nieuwe scheuten. Deze kans mag ook gedeeld worden. De grond is een mengsel van leemachtige compostgrond, Verhouding turf en zand 3:1:1 geschikt. Stekken kunnen het beste in de zomer worden gemaakt in binnentuinen en gebruik de hoofden van niet-bloeiende scheuten, waarvan een aantal in kleine potjes met zandgrond staan.
speciaal: de niet veeleisende, sierlijke planten met hangende of opgaande groei worden meestal bewaard in hanging baskets of muurpotten. Je kunt ze ook aan kleine hekjes binden. In de zomer gedijen ze vrij goed op beschutte balkons. Naast de soort met dofblauwe bloemen is ook het ras populair, “Alba” (syn. was. nauwelijks gehoord.) getekend met witte bloemen. De variëteit is ook populair “Mag ik” (syn. was. mqyii hoort.) met grotere lichtblauwe bloemen en donzig harige bladeren.